Sperwer (Accipiter nisus)
Broedtijd: april - juli
Sperwers kan je het hele jaar in Nederland vinden. Ze leven in dichte naaldbossen, tuinen en parken. Klik maar eens op de kaart om te bekijken waar ze pas nog zijn gezien.
Vogels zijn dieren met twee poten en twee vleugels, waarvan het lichaam bedekt is met veren. Het hebben van veren is heel uniek. Op aarde hebben alleen vogels veren.
In het gebiedje waar onze picknicktafel staat kun je verschillende soorten vogels tegenkomen. Je zou er roofvogels en zangvogels kunnen zien, maar het vaakste zal je hier struweelvogels tegenkomen. Dit zijn de vogels die zich het liefst ophouden in kleinschalige, besloten of halfopen landschappen, zoals rondom de picknicktafel aan het Kettingpad in Beijum Groningen. Roofvogels zijn vleesetende vogels die actief op prooien jagen. Bij het Kettingpad zul je waarschijnlijk vaker de zangvogels en/of struweelvogels tegenkomen. Veel van deze vogels eten juist bessen, zaden en insecten. Vogels bouwen nesten en leggen daarin eitjes waar uiteindelijk de jonge vogeltjes uit komen. Waar de vogels het meest van de tijd verblijven en waar deze hun jongen krijgen, kan soms letterlijk een wereld van verschil zijn. Zo zijn er bijvoorbeeld vogels die alleen in de zomer in Nederland zijn om hier te broeden. De rest van de tijd wonen ze bijvoorbeeld helemaal in Afrika. Andersom heb je ook vogels die ergens anders broeden, maar de rest van de tijd in Nederland wonen, zoals sommige ganzen.
Hieronder vind je informatie over verschillende vogelsoorten die in een struweel leven.
Sperwers kan je het hele jaar in Nederland vinden. Ze leven in dichte naaldbossen, tuinen en parken. Klik maar eens op de kaart om te bekijken waar ze pas nog zijn gezien.
De sperwer is een wat kleinere roofvogel. De rug is donker grijs en zijn borst is wit met dunne zwarte banden. Hij heeft sterke, dunne, gele poten en gele ogen. De vleugels zijn kort, breed en stomp. Het mannetje en het vrouwtje zien er hetzelfde uit, maar het vrouwtje is groter en zwaarder dan het mannetje. Sperwers zijn geen zangvogels, maar ze roepen wel naar elkaar. Als je het geluid van de sperwer wilt horen, kan je op het plaatje met de zingende vogel klikken.
Het vrouwtje van de sperwer heeft in de zomer 1 keer een nestje met 4 tot 6 eieren. Het nest wordt meestal halverwege een boom gebouwd, tegen de stam aan. Het sperwervrouwtje zit 4 weken op de eieren te broeden, voordat de kuikens uit het ei kruipen. Na 3 weken zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een tijdje gevoerd door de ouders.
Dit vogeltje kan je het hele jaar door in Nederland vinden. De vogels die je in de zomer ziet zijn andere vogels dan de roodborstjes die in de winter in Nederland zijn. Het roodborstje leeft in Nederland vooral in parken en tuinen. Klik maar eens op de kaart om te bekijken waar ze pas nog zijn gezien.
Het roodborstje is natuurlijk te herkennen aan de mooie rode borst. Het mannetje en het vrouwtje zien er hetzelfde uit. Het mannetje zingt het hele jaar door om andere mannetjes te laten weten dat dit zijn plekje is. Meestal zingen bij vogels alleen de mannetjes, maar het vrouwtje van het roodborstje zingt ook, vooral in de herfst. Als je het geluid van het roodborstje wilt horen, kan je op het plaatje met de zingende vogel klikken.
Het vrouwtje van de roodborstjes heeft in de zomer 2 keer een nestje met 5 tot 7 eieren. Het nest wordt meestal gebouwd in een boomholte. Het roodborstje zit 2 weken op de eieren te broeden, voordat de kuikens uit het ei kruipen. Na nog eens 2 weken zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een tijdje gevoerd door de ouders.
Deze soort komt in de zomer naar Nederland om te broeden en vliegt in de herfst weer terug naar het noorden van Afrika om te overwinteren. De gekraagde roodstaart leeft in Nederland vooral in open, oude bossen, parken en tuinen. Klik maar eens op de kaart om te bekijken waar ze pas nog zijn gezien.
Het mannetje en het vrouwtje van de gekraagde roodstaart zien er verschillend uit. Het mannetje is heeft een grijze rug en vleugels met een rode borst, buik en staart. Hij heeft een witte streep over zijn voorhoofd en de keel is zwart. Het vrouwtje is veel lichter van kleur. De rug en vleugels zijn bruin. De borst is rood, maar de buik is bijna wit. Net als het mannetje heeft zij een witte streep over het voorhoofd, maar een bruingrijze keel.
Het mannetje zingt in het voorjaar om vrouwtjes te versieren en andere mannetjes te laten weten dat dit zijn plekje is. Als je het geluid van de gekraagde roodstaart wilt horen, kan je op het plaatjes van de zingende vogel klikken.
De gekraagde roodstaart heeft in de zomer meestal 2 keer een nestje met 6 tot 7 eieren. Het vrouwtje zit 2 weken op de eieren te broeden voordat de kuikens uit het ei kruipen. Na 16 dagen zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een tijdje gevoerd door de ouders.
Deze soort komt in de zomer naar Nederland om te broeden en vliegt in de herfst weer terug naar Spanje en het noorden van Afrika om te overwinteren. De tjiftjaf komt in Nederland voor in open bossen, parken en tuinen. Klik maar eens op het kaartje om te ontdekken waar deze soort pas nog gezien is.
De tjiftjaf is een grijs-bruine vogel met zwarte poten en een lichte oogstreep. De kleur van het mannetje en het vrouwtje verschilt niet van elkaar. Bij de tjiftjaf zingt alleen het mannetje. Op die manier kan hij een vrouwtje versieren en andere mannetjes laten weten dat dit zijn plekje is. De fitis en tjiftjaf lijken heel erg op elkaar, maar zijn door hun zeer verschillende zang goed uit elkaar te houden. Als je het geluid van de tjiftjaf wilt horen, kan je op het plaatje met de zingende vogel klikken. Het geluid van de fitis staat ook op deze website.
In het broedseizoen bouwt de tjiftjaf een nestje op de grond tussen bramen of brandnetels. Het vrouwtje legt meestal 2 keer in het seizoen 5 tot 6 eieren. Het broeden duurt ongeveer 2 weken en gebeurt alleen door het vrouwtje. Na nog eens 2 weken zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een poosje gevoerd door de ouders.
Deze vogels komen in de zomer naar Nederland om te broeden en vliegen in de herfst weer terug naar Centraal-Afrika om te overwinteren. In Nederland komt de fitis voor in open bossen, parken en tuinen. Klik maar eens op het kaartje om te ontdekken waar deze soort pas nog is gevonden.
De fitis is een grijsbruine vogel, bruinroze poten en een lichte oogstreep. De kleur van het mannetje en het vrouwtje verschilt niet van elkaar. Bij de fitis zingt alleen het mannetje. Op die manier kan hij een vrouwtje versieren en andere mannetjes laten weten dat dit zijn plekje is. De fitis en tjiftjaf lijken heel erg op elkaar, maar zijn door hun zeer verschillende zang goed uit elkaar te houden. Als je geluid van de fitis wilt horen, kan je op het plaatje van de zingende vogel klikken. Het geluid van de tjiftjaf staat ook op deze website.
In het broedseizoen bouwt de fitis een nestje op de grond tussen hoog gras. Het vrouwtje legt meestal 2 keer in het seizoen 6 tot 7 eieren. Het vrouwtje zit ongeveer 2 weken te broeden, waarna de kuikens uit het ei kruipen. Na nog eens 2 weken zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een poosje gevoerd door de ouders.
Dit vogeltje kan je het hele jaar door in Nederland vinden. De heggenmus leeft in Nederland verstopt tussen de struiken van struwelen, maar ook in tuinen en rietlanden. Klik maar eens op de kaart om te ontdekken waar ze pas nog zijn gezien.
De heggenmus heeft een bruin met zwart gestreepte rug en vleugels net als de huismus, maar een grijze kop en borst. Het mannetje en het vrouwtje zien er hetzelfde uit. Het mannetje zingt om andere mannetjes te laten weten dat dit zijn plekje is en om vrouwtjes te lokken. Meestal zit hij dan hoog, bijvoorbeeld het topje van een struik of boom. Als je het geluid van de heggenmus wilt horen, kan je op het plaatje van de zingende vogel klikken.
Het vrouwtje van de heggenmus heeft in de zomer 2 keer een nestje met 4 tot 6 eieren. Het nest wordt gemaakt in dichte struiken, zoals een heg. Het vrouwtje zit 1,5 week op de eieren te broeden, voordat de kuikens uit het ei kruipen. Na 2 weken zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een tijdje gevoerd door volwassen vogels.
Deze vogels komen in het voorjaar vanuit het zuiden en midden van Afrika naar Nederland om te broeden. In de herfst vliegen ze weer terug naar Afrika om te overwinteren. De zwartkop leeft in Nederland vooral in parken en tuinen. Klik maar eens op de kaart om te bekijken waar ze pas nog zijn gezien.
De naam van dit vogeltje vertelt eigenlijk alleen hoe het mannetje eruit ziet. Het is een grijze vogel met een zwart petje, terwijl het vrouwtje een roodbruin petje op heeft. Het mannetje zingt in het voorjaar om andere mannetjes te laten weten dat dit zijn plekje is en om een vrouwtje te krijgen. Als je het geluid van de zwartkop wilt horen, kan je op het plaatje van de zingende vogel klikken.
Het vrouwtje van de zwartkop heeft in de zomer 1 of 2 keer een nestje met 4 tot 5 eieren. Het mannetje en het vrouwtje broeden ongeveer 2 weken op de eieren, voordat de kuikens uit het ei kruipen. Na ongeveer 11 dagen zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een tijdje gevoerd door de ouders.
Het mannetje zingt in het voorjaar om andere mannetjes te laten weten dat dit zijn plekje is en om een vrouwtje te krijgen. Als je het geluid van de zwartkop wilt horen kan je op het plaatje van de zingende vogel klikken.
Net als de zwartkop komen de tuinfluiters in het voorjaar vanuit het zuiden en het midden van Afrika naar Nederland om te broeden. In de herfst vliegen ze weer terug naar hun overwinteringsgebieden in Afrika. De tuinfluiter leeft in Nederland vooral in open bossen met veel struiken en bosranden en verwilderde tuinen. Klik maar eens op de kaart om te bekijken waar ze pas nog zijn gezien.
De tuinfluiter heeft eigenlijk helemaal geen opvallende kleuren. Het is een bruin vogeltje. De rug is donkerder dan de borst en de buik. Het mannetje en het vrouwtje zien er hetzelfde uit. Het mannetje zingt in het voorjaar om andere mannetjes te laten weten dat dit zijn plekje is en om een vrouwtje te versieren. Als je het geluid van de tuinfluiter wilt horen, kan je op het plaatje van de zingende vogel klikken.
Het vrouwtje van de tuinfluiter heeft in de zomer 1 nestje met 4 tot 5 eieren. Het mannetje en vrouwtje broeden 2 weken op de eieren, voordat de kuikens uit het ei kruipen. Na 2 weken zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een tijdje gevoerd door de ouders.
De grasmus overwintert in Centraal-Afrika en komt in de zomer naar Nederland om te broeden. De grasmus leeft in Nederland vooral in ruige graslanden met daar omheen een struweel met bomen. Klik maar eens op de kaart om te bekijken waar ze pas nog zijn gevonden.
De grasmus is een bruin vogeltje met een donkere staart. Zijn kop is grijs en zijn keel is wit. De kleuren van het mannetje en het vrouwtje zijn gelijk. Het mannetje zingt in het voorjaar om een vrouwtje te lokken en om andere mannetjes te laten weten dat dit zijn plekje is. Als je het geluid van de grasmus wilt horen, kan je op het plaatje met de zingende vogel klikken.
Het mannetje van de grasmus komt als eerste aan in Nederland en bouwt dan een aantal nesten. Als het vrouwtje dan komt kan zij kiezen welk nest het beste is om eitjes in te leggen. Het vrouwtje heeft in de zomer 2 keer een nestje met 4 tot 5 eieren. Bij de grasmus broed zowel het mannetje als het vrouwjte. Het broeden duurt ongeveer 1,5 week, totdat de kuikens uit het ei kruipen. Na nog ongeveer 1,5 week zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een tijdje gevoerd door de ouders.
Deze vogels komen in het voorjaar vanuit Centraal-Afrika naar Nederland om te broeden. In de herfst vliegen ze weer terug naar hun overwinteringsgebieden. De braamsluiper kom je in Nederland vooral in parken, tuinen en struwelen. Klik maar eens op de kaart om te ontdekken waar ze pas nog zijn gevonden.
De braamsluiper is een grijsbruine vogel met een grijze kop en een witte keel. De mannetjes en vrouwtjes van deze soort zien er hetzelfde uit. Het mannetje zingt maar een paar weken per jaar om een vrouwtje te versieren en om andere mannetjes te laten weten dat dit zijn plekje is. Als hij zingt is het vrij hard. Meestal is dit in de periode rond eind april en begin mei. Wanneer je op het plaatje met de zingende vogel klikt, kan je het geluid van de braamsluiper horen.
Het vrouwtje van de braamsluiper heeft in de zomer 1 keer een nestje met 4 tot 6 eieren. Het nest wordt op een goed beschermde plek in een stekelige plant gebouwd, zoals de meidoorn of de braam. Het broeden duurt ongeveer 2 weken en wordt door beide ouders afgewisseld. Na 2 weken in het nest zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een tijdje gevoerd door de ouders.
Dit vogeltje kan je het hele jaar door in Nederland vinden. Ze leven in Nederland in bossen, parken, tuinen en struwelen. Klik maar eens op de kaart om te bekijken waar ze pas nog zijn gezien.
Het winterkoninkje is een van de kleinste vogeltjes in Nederland. Hij is helemaal bruin en heeft een heel klein staartje dat rechtop staat. Het mannetje en het vrouwtje zien er hetzelfde uit. Het mannetje zingt het hele jaar door om andere mannetjes te laten weten dat dit zijn plekje is. In het voorjaar zingt hij om een vrouwtje te vinden. Ondanks dat het zo'n klein vogeltje is, kan hij heel hard zingen. Als je het geluid van het winterkoninkje wilt horen, kan je op het plaatje met de zingende vogel klikken.
Het mannetje bouwt in het voorjaar verschillende nesten, waaruit het vrouwtje kan kiezen. Het vrouwtje heeft in de zomer 2 keer een nestje met 5 tot 7 eieren. Zij zit 2 tot 3 weken op de eieren te broeden, voordat de kuikens uit het ei kruipen. Na 2 tot 3 weken zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een tijdje gevoerd door de ouders.
De merel is in Nederland de meest algemene tuinvogel, maar ze leven ook wel in bossen en parken. Klik maar eens op de kaart om uit te vinden waar ze pas nog zijn gezien.
Bij de merels zien het mannetje en het vrouwtje er verschillend uit. Het mannetje is helemaal zwart en heeft een geeloranje snavel. Het vrouwtje is helemaal bruin en heeft een gele tot bruine snavel.
Het vrouwtje van de merel heeft in de zomer 2 keer en soms wel 3 keer een nestje met 4 tot 5 eieren. Het nest zit meestal goed verstopt in dichte struiken of een boom. Het vrouwtje zit ongeveer 2 weken op de eieren te broeden, voordat de kuikens uit het ei kruipen. Na 2 weken zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een tijdje gevoerd door de ouders.
Het mannetje zingt heel duidelijk in het voorjaar en in de zomer om een vrouwtje te vinden en om andere mannetjes te laten weten dat dit zijn plekje is. In de winter zitten ze soms zachtjes voor zichzelf te zingen. Als je het geluid van de merel wilt horen, kan je op het plaatje met de zingende vogel klikken.
Deze vogel kan je het hele jaar door in Nederland vinden. De zanglijster leeft in Nederland vooral in bossen, parken en tuinen. Klik maar eens op de kaart om te ontdekken waar ze pas nog zijn gezien.
De zanglijster heeft een bruine rug en vleugels. De borst is licht gekleurd met zwarte vlekjes. Deze vlekjes hebben de vorm van pijlpunten. De grote lijster lijkt op de zanglijster, maar heeft ronde vlekjes op de borst. Het mannetje en het vrouwtje van de zanglijster zien er hetzelfde uit. Het mannetje zingt in het voorjaar om andere mannetjes te laten weten dat dit zijn plekje is. Hij zit dan meestal op een hoge plek, zoals het puntje van een dak of boom. De zanglijster begint al vroeg in de avond met zingen en stopt pas weer als het al lang licht is. Als je het geluid van de zanglijster wilt horen, kan je op het plaatje met de zingende vogel klikken.
Het vrouwtje van de zanglijster heeft in de zomer 1 of 2 keer een nestje met 3 tot 6 eieren. Daarna moet ze 2 weken op de eieren te broeden, voordat de kuikens uit het ei kruipen. Na 2 weken zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een tijdje gevoerd door de ouders.