© Sperwer - Accipiter nisus

Sperwer

(Accipiter nisus)

Vliegtijd: januari - december

De sperwer is een wat kleinere roofvogel. De rug is donker grijs en de borst is wit met dunne zwarte banden. De soort heeft sterke, dunne, gele poten en gele ogen. De vleugels zijn kort, breed en stomp. Het mannetje en het vrouwtje zien er hetzelfde uit, maar het vrouwtje is groter en zwaarder dan het mannetje. Sperwers zijn geen zangvogels, maar ze roepen wel naar elkaar.

De sperwer eet vooral kleine zangvogels, zoals mussen en vinken. De grotere vrouwtjes willen ook nog wel een lijsters en spreeuwen opeten. Het vrouwtje van de sperwer heeft in de zomer één keer een nest met 4 tot 6 eieren. Het nest wordt meestal halverwege een boom gebouwd, tegen de stam aan. Het vrouwtje zit 4 weken op de eieren te broeden, voordat de kuikens uit het ei kruipen. Na 3 weken zijn de jongen groot genoeg om het nest te verlaten. Ze worden dan nog wel een tijdje gevoerd door de ouders.

Sperwers kan je het hele jaar in Nederland vinden. Ze leven in dichte naaldbossen, tuinen en parken. Buiten Nederland komt de soort in heel Europa voor, behalve in gebieden waar geen bomen te vinden zijn.