In tegenstelling tot veel andere insecten kennen we de kokerjuffers beter als larve dan als volwassen insect. Als volwassen insecten zijn het kleine, vlinderachtige beestjes die schietmotten worden genoemd, maar als larve vallen ze meer op door hun bijzondere eigenschap. Ze leven namelijk in zelfgemaakte huisjes die ze met zich meedragen! Deze huisjes zijn meestal langwerpig en cilindervormig net als een koker, vandaar de naam kokerjuffers. Kokerjuffers maken hun huisjes van materialen die ze verzamelen in hun omgeving, zoals zandkorrels, kleine kiezelsteentjes, stukjes planten, maar ook schelpjes of stukjes van slakkenhuisjes. Soms gebruiken ze zelfs een slakkenhuisje waar de slak nog in zit! Als ze stukjes van planten gebruiken, hebben ze die vaak zelf op maat ‘gekipt’ met hun kaken. Sommige soorten gebruiken allerlei materialen door elkaar, maar andere soorten zijn iets kieskeuriger. Soms hebben ze zo’n sterke voorkeur voor een bepaald soort materiaal dat je de soort(groep) daaraan kunt herkennen.
Alle kokerjuffers leven als larve in het water. Sommige soorten zijn gewoon in tuinvijvers te vinden. Als je kleine, cilindervormige hoopjes materiaal over de bodem ziet bewegen, terwijl er geen stroming is, is de kans groot dat je naar kokerjuffers aan het kijken bent! Als je heel goed kijkt kun je de kopjes en de pootjes uit de koker zien steken als ze bewegen. In tegenstelling tot juffers en libellen maken de kokerjuffers wel een verpopping door. Ook op het land kun je wel eens beestjes tegenkomen die heel sterk op kokerjuffers lijken. Er is namelijk een groep microvlinders (hele kleine vlinders), de zakdragers, waarvan de rupsen ook huisjes maken van allerlei materialen die ze in hun omgeving vinden. Deze diertjes worden daarom ook wel eens ‘landkokerjuffers’ genoemd.