© Larve libel - Aeshna mixta

Jufferlarven en libellenlarven

Zygoptera en Anisoptera

Libellen en juffers lijken veel op elkaar, ze maken dan ook deel uit van dezelfde familie. Je denkt bij deze soorten misschien niet zo één, twee, drie aan waterbeestjes, omdat je ze vooral kent als grote, vliegende insecten. Maar wist je dat zowel juffers als libellen vaak een veel groter deel van hun leven onder water doorbrengen dan boven water? Van het moment dat ze uit het eitje komen tot het moment dat ze volwassen zijn leven ze namelijk als larve in het water! Deze fase in het water duurt enkele maanden tot enkele jaren, terwijl de periode waarin ze vliegen slechts enkele weken duurt. Het zijn dus met recht waterbeestjes!

Het woord larve is bij libellen en juffers eigenlijk niet helemaal juist, omdat echte larven (zoals die van kevers en vlinders) een verpopping doormaken. In de pop maken ze een volledige gedaantewisseling mee, denk maar eens aan het verschil tussen een rups (larve) en een vlinder. Bij libellen en juffers gebeurt dat niet, maar zij vervellen zich tijdens hun groei een aantal keer. Vlak voor de laatste vervelling kruipen de larven uit het water. Ze barsten dan voor de laatste keer uit hun oude huidje en hebben dan ineens twee paar volledig functionele vleugels! De vleugels zaten helemaal opgevouwen op de rug, dus moeten ze eerst helemaal opgepompt worden. Daarna kunnen ze dus vliegen, maar zwemmen gaat niet meer. Er is dus sprake van een gedeeltelijke gedaanteverwisseling, maar geen verpopping.

 Naast libellen en juffers zijn er nog veel meer insecten die in plaats van een verpopping alleen een aantal vervellingen doormaken. Denk bijvoorbeeld aan wantsen, cicaden, krekels, sprinkhanen en wandelende takken. Ook voor andere geleedpotigen, zoals spinnen, mijten, teken en zelfs krabben en kreeften geldt dit. De onvolwassen exemplaren van deze dieren noemen we ‘nimfen’ in plaats van larven en ze lijken, in tegenstelling tot echte larven, vaak al behoorlijk op de volwassen dieren, maar dan een stuk kleiner. Toch blijven we de nimfen van libellen en juffers larven noemen, omdat ze in de volksmond al zo lang zo heten dat het alleen maar verwarring zou veroorzaken als je een andere naam gaat gebruiken.  

De juffer- en libellenlarven die onder water leven zien er dus anders uit dan de volwassen dieren die je kunt zien vliegen in de zomer. Ze hebben net als volwassen libellen en juffers een aantal overeenkomsten, maar ook een aantal duidelijke verschillen. Het zijn allebei langwerpig gebouwde, felle roofdiertjes die van alles wat in het water langs zwemt en kruipt, vangen en oppeuzelen. Voor de grotere libellenlarven zijn zelfs kikkervisjes en kleine visjes niet veilig! Om hun prooien te vangen hebben ze een speciaal ‘vangmasker’, een uitklapbare onderlip met scherpe kaken. Deze kunnen ze pijlsnel uitklappen om prooien te verrassen.

Verschillen tussen libellen- en jufferlarven zijn onder andere de grootte en lichaamsbouw. Jufferlarven (onderste foto) zijn in vergelijking met libellen-larven (bovenste foto) over het algemeen kleiner en slanker gebouwd, net als de volwassen dieren. Het belangrijkste verschil zit aan de punt van het achterlijf. Bij juffers vind je aan de staartpunt altijd een drietal bladvormige aanhangsels. Hierin zitten kieuwen, zodat ze onderwater kunnen adem-halen. Bij libellenlarven vind je hier alleen een paar korte uitsteekseltjes die wat op doorntjes lijken. Libellelarven hebben namelijk kieuwen in het lichaam zitten, waarmee ze ademhalen. 

Zowel jufferlarven als libellenlarven kom je regelmatig tegen als je met een schepnet gaat vissen in de sloot of andere wateren. Nu kun je ze dus herkennen en uit elkaar houden en weet je ook dat het eigenlijk meer waterbeestjes dan vliegbeestjes zijn!