© Kleine watersalamander - Lissotriton vulgaris

Kleine watersalamander

(Lissotriton vulgaris)

Actieve periode: maart - juli

De kleine watersalamander is een kleine amfibieënsoort. Meestal wordt deze salamander niet groter dan 9 centimeter van kop tot staart. Het is de meest algemene watersalamander van Nederland. De kleine watersalamander ziet eruit als een klein, bruin hagedisje met donkere vlekjes en een lichtergekleurde buik, met over het midden een oranjerode streep. De mannetjes hebben over de rug een soort kammetje. De vrouwtjes hebben dat niet. Wanneer de salamanders echter in de winter het water verlaten en het land opzoeken, verliezen mannetjes hun kenmerkende kam en lijken ze sterk op vrouwtjes. Water-salamanders zijn carnivoor, ze eten alleen vlees. Als ze nog in het water leven eten deze salamanders vooral watervlooien. Op het land vinden ze prooien in kleine regenwormen en slakken.

Na de winter komen eerst de mannetjes uit hun schuilplaatsen op het land tevoorschijn en lopen naar het water. Enkele dagen tot weken daarna verlaten de vrouwtjes hun schuilplaats. Vanaf eind maart tot eind juni paren de salamanders en zetten de vrouwtjes eitjes af. In totaal zet een vrouwtje wel honderden eitjes af, maar ze doet dit met een gemiddelde van ongeveer 10 eitjes per dag. Tussen begin april en half juli komen de larven uit deze eitjes. De ontwikkeling van eitje tot jonge larve duurt 1 tot 3 weken. De jonge larfjes groeien in 6 tot 10 weken uit tot de jonge salamandertjes zoals wij ze kennen. 

Je vindt de watersalamander vooral in vijvers, poelen en sloten met veel oever- en waterplanten en het liefst weinig tot geen vissen. De kleine watersalamander komt in heel Nederland voor, met uitzondering van gebieden met brakwater.