Wilde eend

Anas platyrhynchos

Broedperiode: februari - augustus

Bij de wilde eend is het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes makkelijk te zien. Het mannetje, ook wel de woerd genoemd, heeft een donkergroene kop met een smalle witte band rondom de hals. Zijn snavel is groengeel van kleur en hij heeft een paarsbruine borst. Kenmerkend voor deze soort is dat het mannetje gekrulde staartveren heeft. Het vrouwtje is bruin van kleur met zwarte strepen en vlekken. Haar snavel is geelbruin of oranjeachtig. Het geluid van het vrouwtje is een luid gekwaak, luister maar eens bij het plaatje van de zingende vogel. Het mannetje maakt zachtere geluiden zoals ‘kwek’ of ‘rèhb’.

In de winter zoeken de wilde eenden een partner. Mannetjes kunnen hierbij andere mannetjes proberen te verdrinken om zo het vrouwtje te krijgen. De broedperiode van de wilde eend begint al vroeg in februari. Er wordt een nest gemaakt van mos, takjes en donsveertjes. De wilde eend nestelt niet alleen onder struiken of tussen planten, maar soms ook in boomholtes. Het uitbroeden van eieren gebeurt zo’n 2 of 3 keer in het jaar en duurt zo’n 3 tot 4 weken. Het aantal eieren kan heel erg verschillen, maar is meestal tussen de 7 en 11 eieren. Als de eieren zijn uitgekomen, verlaten de jongen direct het nest. De wilde eend heeft een afwisselend menu. In het voorjaar en in de winter eet het dier vooral groene plantendelen en zaden en zomers juist meer kleine waterdiertjes.

De wilde eend vind je door heel Nederland in voedselrijk water. Dit kunnen sloten, kanalen, meren, rivieren en vennen zijn. Het water moet niet dieper zijn dan 1 meter, want anders kunnen ze niet bij hun eten. Het aantal wilde eenden neemt de afgelopen jaren af, maar het is niet duidelijk waar dit aan ligt. Wanneer je op de kaart klikt kun je bekijken waar ze pas nog gezien zijn.