Soepgans

Anser anser forma domestica

Broedperiode: half februari – eind juni

De soepgans, ook wel boerengans of parkgans genoemd, komt van nature helemaal niet in Nederland in het wild voor. Soepganzen zijn in Nederland in het wild gekomen, doordat ze lang geleden zijn ontsnapt of losgelaten. Vroeger hielden mensen deze ganzen voor de eieren, het vlees en het dons. De soepgans kan verschillende kleuren hebben: van helemaal wit tot grijsbruin, met oranje poten en snavel. Wanneer de gans grijsbruin is lijkt hij heel erg op een andere ganzensoort, namelijk de grauwe gans. Dit komt doordat de soepgans vaak een grauwe gans als partner uitzoekt. Ook kan de soepgans anders ganzensoorten als partner uitkiezen. Op graslanden en akkers waar nog resten van de oogst liggen verzamelen ze hun voedsel. Ze lopen dan vaak naast elkaar.

Ze broeden graag in moerasgebieden, graslanden, bosvijvers, maar ook in de stad. Ze maken een nest op de grond dat wordt vaak verstopt onder struikgewas. Op veilige plekken broeden deze ganzen vaak samen met andere ganzensoorten. Wanneer je ergens een wakende soepgans ziet, is de kans groot dat het vrouwtje op het nest zit. De broedperiode is in april tot mei/juni, in vergelijking met de grauwe gans, beginnen soepganzen een week later met broeden. Ook leggen ze gemiddeld iets meer eieren, tussen de 4 en 8. Het aantal jongen dat succesvol groot wordt, is juist lager dan bij de grauwe gans.

Sinds 1998-2000 wordt in Nederland bijgehouden waar de soepganzen voorkomen. De soepgans is vooral in waterrijke gebieden en stedelijke gebieden te vinden. Klik maar eens op het kaartje om te zien, waar deze soort de laatste keer is gezien.