©Nachtegaal - Luscinia megarhynchos

Nachtegaal

(Luscinia megarhynchos)

Vliegtijd: maart - juni

Nachtegalen staan bekend om hun stemgeluid. Het naamdeel ‘gaal’ is dan ook afgeleid van het Oergermaanse werkwoord ‘galan’, wat zang betekent. Behalve horen zal je de nachtegaal niet snel zien. De soort verstopt zich het liefst in het struikgewas en heeft een onopvallend uiterlijk. De soort heeft een warmbruin gekleurde bovenkant en een oranjebruine staart.

De nachtegaal maakt nesten dichtbij de grond. Vrouwtjes hebben één legsel per jaar, met 3-7 eieren. Deze eieren komen na 2 weken uit. De jongen blijven 12-13 dagen op het nest, voordat ze uitvliegen. Na het verlaten van het nest worden ze nog 2 weken door hun ouders verzorgd.


Deze zangvogel arriveert rond april in Nederland, vanuit het overwinteringsgebied in West-Afrika. Nederland telt 5800-7300 broedparen van de nachtegaal, die na de achteruitgang als kwetsbaar op de Rode Lijst staat. De soort geeft de voorkeur aan struikgewassen. Op het menu van de nachtegaal staan voornamelijk insecten en wormen, aangevuld met bessen.