Kuifeend

Aythya fuligula

Broedperiode: mei - september

De naam van deze eend zegt het al, ze hebben een kuif. De man heeft een lange zwarte kuif en zijn hele lichaam is voor een groot deel bedekt met zwarte veren. De veren aan de zijkant van zijn lichaam zijn wit. Het vrouwtje heeft ook een kuif, maar deze is minder lang en alle veren zijn bruin. Ze hebben een korte en brede lichtblauwe snavel met een zwart puntje. De iris is opvallend geel tussen de donkere veren. Het geluid van de kuifeend kun je beluisteren door op het plaatje van de zingende vogel te klikken. Wanneer je een geluid hoort als ‘wip wiewiewuuwuup’ probeert het mannetje een vrouwtje te lokken. Hij maakt hierbij hoge fluitende, trillende en gorgelende geluiden. Het vrouwtje heeft een knorrende roep wat klinkt als ‘karr karr karr’.

De kuifeend begint vanaf mei met broeden en is dan vooral in sloten, voedselarme meren en langs de kust te vinden. Net als andere watervogels wordt het nest gebouwd tussen de oeverplanten. Per broedseizoen wordt één keer ongeveer 8 tot 11 eieren gelegd. De eieren zijn groengrijs van kleur. Wanneer je meer dan 14 eieren in een nest vindt, kan het zo zijn dat een ander vrouwtje haar eieren erbij heeft gelegd. Het duurt 23 tot 28 dagen voordat het vrouwtje de eieren heeft uitgebroed. De kuifeend eet van alles en nog wat, dit betekent dat deze soort een omnivoor is. Op het menu staan voornamelijk schelpdieren. Ook kleine waterdiertjes, waterplanten en zaden worden opgegeten. Om voedsel te verzamelen zie je deze eend vaak naar beneden duiken. 

De kuifeend kun je vooral tegenkomen in natte natuurgebieden, zoals in weidegebieden met veel sloten. In de winter zijn de vogels vaak in grote groepen te vinden op wateren die niet bevriezen. Deze soort kom je ook steeds vaker tegen in vijvers in de stad, want de aantallen vogels neemt de laatste jaren toe. Wanneer je op het kaartje klikt, kun je ontdekken waar ze als laatste in Nederland zijn gezien.