Kokmeeuw

Chroicocephalus ridibundus

Broedperiode: april-mei

De kokmeeuw is een slanke meeuw die je in de zomer makkelijk kunt herkennen aan zijn bruine kop. In de winter wordt het bruin op zijn kop minder en blijven er alleen nog bruine vlekken op zijn oren achter. Het lijkt dan een beetje of de vogel een koptelefoon op heeft. De kokmeeuw maakt een erg luid en schel geluid met een kenmerkende ‘r’ erin. Voorbeelden van geluiden zijn ‘krriearr’, ‘kek’ of een trillend ‘kie-kekkekkek’.

De kokmeeuw broedt graag in grote groepen met zijn soortgenoten. Soms zijn deze kolonies wel duizenden broedparen groot. Het mannetje en vrouwtje blijven hun hele leven lang bij elkaar. Ze leggen één keer in het jaar 2 of 3 eieren. Het broeden duurt ongeveer 22 tot 26 dagen. Ze zoeken graag hun voedsel op akkers, op het wad en in steden. Daar eten ze wormen, vis, insecten, slakjes en schaaldieren, maar ook voedselresten van de mens. Andere vogels moeten goed opletten als de kokmeeuw in de buurt is, want de kokmeeuw steelt ook wel eens voedsel van anderen.

De kokmeeuw is het hele jaar door te vinden in Nederland. Tijdens de broedperiode vind je de kokmeeuw in het binnenland bij meren, vennen en graslanden en vlak bij de kust in slik- en kweldergebied. Klik maar eens op het kaartje, om te zien waar de kokmeeuw als laatst gezien is.