© Kleine karekiet - Acrocephalus scirpaceus

Kleine karekiet

(Acrocephalus scirpaceus)

Vliegtijd: maart - augustus

De kleine karekiet is een heel onopvallende vogel. Ze zijn helemaal bruin van boven en vuilwit van onderen. Ze hebben verder geen bijzondere kenmerken en het mannetje en het vrouwtje zien er hetzelfde uit. Het mannetje zingt in het voorjaar om aan andere mannetjes te laten weten dat dit zijn territorium is, en om vrouwtjes te versieren. Als je de vogel hoort zingen, kan je hem goed herkennen. Met een beetje fantasie hoor je dat hij een deel van zijn eigen naam zegt, krr-krr-krr-kiet-kiet-kiet.

Het vrouwtje bouwt voornamelijk aan het nest. Ze weeft een diep komvormig nest tussen rietstengels, hier legt ze vier eitjes in. Het broeden duurt ongeveer twee weken, waarna de jongen nog ongeveer twee weken op het nest zitten. Daarna worden ze nog een poosje door de ouders gevoerd. Ze eten vooral insecten en zijn niet kieskeurig. Het nest van de kleine karekiet is één van nesten, waar de koekoek vaak haar ei in legt. Het koekoeksjong komt als eerst uit het ei, daarna zorgt hij dat de andere eieren of jongen uit het nest vallen. Zo krijgt het koekoeksjong al het voedsel voor zichzelf. De ouders behandelen het koekoeksjong als hun eigen jong, ook al is het jong uiteindelijk veel groter dan zijzelf.

De kleine karekiet overwintert in Afrika ten zuiden van de Sahara en komt in de zomer naar Nederland om te broeden. De kleine karekiet leeft vooral in rietmoerassen en rietkragen in het Westen en Noorden van het land.