© Blauwborst- Luscinia sveccica

Blauwborst

(Luscinia svecica)

Vliegtijd: februari - juni

De naam van deze vogel geeft eigenlijk alleen weer hoe het mannetje eruit ziet. Een bruinig vogeltje van boven met een helder blauwe borst met een witte vlek erin. Onder deze blauwe borst heeft hij nog een veeg zwart en een deel oranje. Hierdoor valt hij goed op als hij bovenin een rietstengel zit te zingen. De staart is bij de stuit (het plekje vlak bij het begin van de staart) ook oranje met aan het eind een dikke zwarte band. Het vrouwtje heeft geen blauwe borst, maar wel dezelfde staart.

Het mannetje zingt om zijn territorium aan te geven en om een vrouwtje te versieren. De zang is zeer gevarieerd en hij kan daarbij ook andere vogels imiteren. Het vrouwtje van de blauwborst heeft in april tot juli 1 of 2 nesten, met 3 tot 7 eieren. Het nest wordt op de grond gemaakt, verstopt tussen de vegetatie. Het broeden duurt ongeveer 2 weken, waarna de jongen nog ongeveer 2 weken op het nest zitten. Ze eten vooral insecten, larven, wormen en slakjes.

De blauwborst overwintert op het Iberisch schiereiland en in westelijk Afrika ten zuiden van de Sahara. Vanaf maart komen ze weer naar Nederland om hier te broeden. De blauwborst leeft vooral in natte, insectenrijke gebieden met open delen en stukken struweel. Klik maar eens op de kaart om te bekijken waar ze pas nog zijn gezien.