Zonnebaars - Lepomis gibbosus

Zonnebaars

Lepomis gibbosus

Dit visje kun je herkennen aan zijn oranje, rode en blauwe vlekken. De vin op de rug bestaat uit twee delen die aan elkaar zijn gegroeid. Het voorste deel is laag en heeft harde stekels het achterste deel is hoog en heeft zachte stekels. De vis kan 20 cm lang worden, maar in Nederland blijft hij vaak wat kleiner. Tijdens de voorplantingsperiode krijgt het mannetje een fel oranje borst. Wanneer de watertemperatuur 16 °C bereikt, begint de paaiperiode. In deze periode worden de eitjes gelegd en bevrucht. Het mannetje zoekt een ondiepe en zonnige oever uit, waar hij een kuiltje in het zand of grind maakt. Vervolgens probeert hij een vrouwtje te lokken. Alleen de grote en sterke mannetjes maken een nest, zij kunnen een vrouwtje krijgen en daarna de eitjes bewaken. Mannetjes die minder groot en sterk zijn, proberen soms het nest van een ander in te sluipen om de vrouwelijke eitjes te bevruchten. De zonnebaars eet van alles en nog wat, zoals dierlijk planton, wormen, slakjes, larven van libellen, kleine visjes en amfibieën.

De zonnebaars houdt van rustig en helder water met zandige bodems waar waterplanten groeien. Deze soort komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en is in de Nederlandse natuur gekomen doordat mensen vissen uit aquaria en tuinvijvers hebben losgelaten. Andere Nederlandse soorten, die hetzelfde leefgebied hebben als de Zonnebaars, kunnen het hierdoor moeilijk krijgen. Het is daarom belangrijk om niet zomaar één van je huisdieren los te laten in de vrije natuur.