© Grote modderkruiper - Misgurnus fossilis

Grote modderkruiper

(Misgurnus fossilis)

De grote modderkruiper is een kwetsbare soort in Nederland. Dit komt doordat het leefgebied van deze soort, ondiepe wateren met een dikke modderlaag en veel planten, de afgelopen jaren minder talrijk is geworden. Grote modderkruipers zijn nacht-jagers die met behulp van hun bekdraden jagen op wormen, watervlooien, muggenlarven en waterpissebedden.

De soort heeft een langgerekt lichaam met op de flanken met gele, oranje en donkere lengtebanen. Grote modderkruipers hebben 10 bekdraden: 4 op zowel de onder- als bovenlip, en 1 in beide mondhoeken. De soort werd vroeger de ‘weervisch’ genoemd. Ze werden gehouden als weervoorspellers in glazen potten. Grote modderkruipers worden namelijk onrustig bij een dalende luchtdruk, wat vooraf gaat aan onweersbuien.

De grote modderkruiper heeft een gespecialiseerd ademhalings-systeem, waardoor ze kunnen overleven in een zuurstofarme omgeving. Wanneer het water waarin de grote modderkruiper verblijft droogvalt, graaft hij zich in de modder in. Door te ademen via de huid kan de grote modderkruiper enkele maanden overleven zonder water. Door de dikke slijmlaag droogt de soort niet uit.