Driedoornige stekelbaars - Gasterosteus aculeatus

Driedoornige stekelbaars

Gasterosteus aculeatus

De driedoornige stekelbaars heeft, zoals de naam al zegt, drie harde stekels op zijn rug (soms zijn het er twee of vier). Het visje is zilverkleurig met zwarte strepen of vlekken. Deze kleur verandert tijdens het voortplantingsseizoen. De mannetjes krijgen dan een vuurrode buik en een blauwe rug en ogen. Deze vis heeft geen schubben, maar beenplaatjes. Dat zijn platte botjes, die onder de huid liggen. Dit stekelbaarsje kan in zoet en zout water leven. Wanneer het water zout is, hebben de vissen meer beenplaatjes, dan in zoet water. Kleine waterdiertjes staan op het menu van de driedoornige stekelbaars. In zout water kunnen deze visjes 12 cm lang worden, in zoet water blijven ze iets kleiner ongeveer 8 cm.

 In april tot juni bouwt het mannetje een nestje. Het nestje maakt hij van waterplanten die hij aan elkaar lijmt door middel van een stofje uit zijn nieren. Vervolgens lokt hij verschillende vrouwtjes naar het nest, die hun eitjes leggen. Het mannetje bewaakt het nestje en zorgt dat er genoeg zuurstofrijk water richting de eitjes stroomt.

In Nederland komt dit visje bijna overal wel voor. Ook komt de driedoornige stekelbaars in een groot deel van Europa voor. In Noord- en Zuid-Europa komt de soort eigenlijk alleen langs de kust voor en in Midden-Europa vooral in zoet water, zoals meren, rivieren, kanalen en sloten. Dit is ook wel logisch, want in Midden-Europa is niet zoveel zout water te vinden.