Brasem - Abramis brama

Brasem

Abramis brama

De brasem behoort tot de karperachtigen en kan wel 80 cm lang worden en 20 jaar oud. In Nederland worden ze vaak niet groter dan 60 cm. Deze vis houdt van stilstaande tot langzaam stromende wateren die erg voedselrijk zijn. De brasem verzamelt zijn voedsel door in de modder te graven. Tijdens het graven worden bodemdiertjes opgegeten en modder en delen van planten uitgespuugd. Door het wroeten in de bodem, wordt het water heel troebel. Hierdoor wordt het voor waterplanten en andere dieren steeds moeilijker om in dit water te leven.

Het leggen en bevruchten van de eitjes vindt voor het eerst plaatst wanneer de vissen 3 tot 4 jaar oud zijn. Dit wordt ook wel paaien genoemd. Dit paaien gebeurt in de periode mei tot juni wanneer het warmer is dan 15 °C. Hoe ouder het vrouwtje is, hoe groter de eitjes zullen zijn. De eitjes worden vastgeplakt aan waterplanten, takken en boomwortels in ondiep water wat snel opwarmt.

In Nederland is dit één van de meest algemene vissoorten. De brasem is ook niet zo kieskeurig voor de plek waar hij leeft. In wateren met een dikke modderlaag op de bodem en troebel water komt deze soort veel voor. Op het kaartje zie je dat de soort vooral in Noord- en Zuid-Holland en langs de rivieren voorkomt.