©Krabbenscheer - Stratiotes aloides

Krabbenscheer

(Stratiotes aloides)

Bloeitijd: maart - augustus

Krabbenscheer springt met name tijdens de bloei in het oog, omdat de planten dan op het water drijven. In het najaar zakt deze waterplant naar de bodem, waar de soort overwintert. Krabbenscheer heeft haar naam te danken aan de sterk getande pijlvormige bladeren, die enigszins doen denken aan de schaar van een krab. Ze hebben witte bloemen met een gele kern.

Vanuit een rozetvormige ouderplant groeit een korte steel waaruit nieuwe planten ontstaan: de plant kloont zichzelf. Dit kan zowel bij mannelijke als vrouwelijke planten gebeuren. Veel clusters van deze planten bestaan daardoor ook uit enkel mannelijke- of vrouwelijke planten. De aanwezigheid van krabbenscheer is belangrijk voor sommige libellensoorten. De groene glazenmaker komt enkel voor in wateren met deze plant.

Krabbenscheer komt verspreid over Nederland voor met hoge dichtheden in het noorden en mid-westen. Je kan de soort aantreffen in stilstaande wateren, zoals ondiepe uitlopers van rivieren (50 tot 200 centimeter diep) en in petgaten of sloten in veengebieden. Doordat de plant zorgt voor verlanding, verdwijnt ze uiteindelijk ook weer.