© Grote lisdodde - Typha latifolia

Grote lisdodde

(Typha latifolia)

Bloeitijd: juli - augustus

In Nederland kennen we twee soorten lisdodde: de kleine lisdodde (Typha angustifolius) en de grote lisdodde (Typha latifolia). Lisdodden worden ook wel vaak ‘rietsigaren’ genoemd. Dit komt door de bloeiwijze van deze oeverplanten: lange bruine stelen met dicht op elkaar gepakte bloemen. Het bovenste deel van de rietsigaar bevat de mannelijke bloemen, het onderste deel de vrouwelijke. Bij de grote lisdodde zit het mannelijke deel (gele pluim) dicht tegen het vrouwelijke deel (bruine sigaar) aan. Bij de kleine lisdodde zit ruimte tussen het mannelijk en het vrouwelijke deel van de bloeiwijze.

Als de bloeiwijze uit elkaar begint te waaien komen er allemaal fijne pluisjes vrij. Deze pluisjes werden vroeger weleens gebruikt voor het vullen van kussens en dekbedden. Andere namen die je weleens tegenkomt voor deze oeverplanten zijn: lampenpoetser, kannenwasser of tuitenragger. Deze namen verwijzen naar werkzaamheden waarvoor de bruine aren van deze plant vroeger werden gebruikt.

In Nederland vind je lisdoddes op zonnige plaatsen aan de oevers van stilstaande of langzaam stromende, matig voedselarme tot voedselrijke wateren. De grote lisdodde komt meestal op wat meer voedselrijke plekken voor dan de kleine lisdodde.