© Schaatsenrijder - Gerris lateralis

Rossige schaatsenrijder

(Gerris lateralis)

Te zien: februari - maart

De schaatsenrijder is een wants die te vinden is op het water. De manier waarop deze wants zich over het water verplaatst doet denken aan schaatsen. Hiervoor gebruiken ze hun lange en slanke midden- en achterpoten. Schaatsenrijders zijn erg snel, waardoor het een echte sport is ze met een net te vangen!

In Nederland komen negen soorten schaatsenrijders voor. Ze leven bijna alleen maar van insecten en andere kleine diertjes. Met hun poten voelen ze de kleinste trilling van het water-oppervlak. Een spartelend insect wordt zo snel opgemerkt. Met hun zuigsnuit, steken ze hun prooi en zuigen die leeg. Volwassen schaatsenrijders kunnen meestal goed vliegen, maar er zijn ook dieren zonder goed ontwikkelde vleugels. Onvolgroeide schaatsenrijders (nimfen) kunnen nog niet vliegen, maar ‘schaatsen’ kunnen ze al wel.

Een zeldzame soort welke kenmerkend is voor broekbossen en daarbuiten amper gevonden wordt, is de rossige schaatsenrijder. Doordat het leefgebied van deze oppervlaktewants erg ontoegankelijk is, is deze waarschijnlijk algemener dan gedacht. Mogelijk is beschaduwing de belangrijkste randvoorwaarde voor deze soort. Ook droogval overleeft de soort zonder probleem. Ze voeden zich voornamelijk met in het water gevallen insecten, die ze leegzuigen.