© Bootsmannetje - Notonecta glauca

Bootsmannetjes

Notonectidae

De bootsmannetjes vormen een familie van insecten die in het water leven. Ze behoren tot familie van de wantsen. Als je een bootsmannetje in de natuur tegenkomt, zie je misschien niet zo goed dat ze lijken op andere wantsen. Dit komt doordat je bootsmannetjes eigenlijk altijd op hun kop ziet! Als je ze ziet is dat meestal als ze vlak onder het wateroppervlak aan het zwemmen zijn en dat doen ze op hun rug, je ziet dus eigenlijk altijd de buik. Als je hem uit het water haalt en omdraait, zie je dat ze toch heel erg lijken op andere wantsen. 

De soort op de foto is een gewoon bootsmannetje, de algemeenste soort in Nederland. Klik maar eens op het kaartje om te zien waar ze allemaal zijn waargenomen.

Bootsmannetjes zijn goed aangepast op het leven in het water. Zo hebben ze een gestroomlijnde en gekielde rug, eigenlijk net als een boot. Hierdoor hebben ze een snelle ‘rugslag’. Ook zijn de achterste twee poten langer, breder en sterker dan de andere vier poten, deze gebruiken ze dan ook voor het zwemmen. Ondanks dat ze altijd in het water leven, kunnen ze ook goed vliegen. Deze eigenschap gebruiken ze alleen om zich van het ene naar het andere water te verplaatsen. Als ze per ongeluk toch op het land terecht komen zijn ze vrij hulpeloos en proberen ze met kleine, onhandige sprongetjes het water weer te bereiken. 

Net als juffers en libellen ondergaan jonge bootsmannetjes geen verpopping voordat ze volwassen worden. De jonge, onvolwassen dieren noem je dan ook nimfen. De nimfen van de bootsmannetjes lijken op kleinere versies van de volwassen dieren. Het belangrijkste verschil is dat de nimfen nog niet kunnen vliegen en zich niet kunnen voortplanten. Bootsmannetjes zijn kleine roofdiertjes, ze leven van allerlei andere onderwaterdiertjes. Zelf kikkervisjes en kleine visjes worden af en toe gevangen! Ze kunnen met hun kaken ook best gemeen bijten, dus kijk een beetje uit als je een keer één vangt. Ze hebben geen kieuwen, dus ze moeten naar het oppervlak komen voor zuurstof. Ze kunnen tussen de haartjes op hun buik een voorraadje lucht opslaan, waar ze onder water zuurstof uit kunnen halen. Daardoor hoeven ze minder vaak naar het oppervlak te komen om verse lucht te halen.