Zwervende heidelibel - Sympetrum fonscolombii

Zwervende heidelibel

 (Sympetrum fonscolombii)

Vliegtijd: mei - augustus

Deze libel houdt van warme, stilstaande wateren met weinig begroeiing. De soort heeft de volgende uiterlijke kenmerken: blauwgrijze onderhelft van de ogen, opvallend rode adering in de vleugelbasis en poten met zwart-gele strepen. Uitgekleurde mannetjes van de soort hebben een donkerrood achterlijf. Het achterlijf van de vrouwtjes is geel van kleur.

Larve zwervende heidelibel - Sympetrum fonscolombii

Mannetjes van deze soort zijn tijdens de paarperiode zeer agressief. Vanaf uitkijkposten langs de oever maken ze patrouillevluchten over het water en jagen ze andere mannetjes weg. Het vrouwtje zet haar eitjes in open water af. De larven van de soort zijn klein en zeer variabel gekleurd, van beige tot donkerbruin. Ze sluipen vanaf half mei tot eind oktober uit hun huidjes in twee aparte groepen. De meeste larvenhuidjes kan je vinden in juni en van half augustus tot en met half september.

Deze libellensoort heeft vanuit het zuiden Nederland veroverd. Voor 1996 werd de zwervende heidelibel op slechts 10 plekken in het land waargenomen, inmiddels in de soort hier algemeen. De afgelopen vijf jaar wordt ze vooral langs de kust waargenomen. De zwervende heidelibel dankt haar naam aan de grote afstanden die individuen van deze soort afleggen. Deze eigenschap is typisch voor pioniersoorten, omdat ze hierdoor snel op nieuwe plekken terecht kunnen komen.