De soort is te herkennen aan een donker, glimmend groen achterlijf met een rij gele vlekken langs de zijkant van het achterlijf. Het borststuk is metaalgroen en heeft een gouden glans. De vlekken worden naarmate de libel is uitgekleurd donkerder en kunnen zelfs bijna onzichtbaar worden. De meeste kans om de soort vliegend te zien is vaak ver van water, bijvoorbeeld langs bosranden, waar mannetjes een territorium verdedigen. Soms doen ze dit ook boven kleine stukjes water, zoals slootjes en poeltjes.
De larven van deze libel zijn meestal donkerbruin tot zwart bij de ogen. Waarschijnlijk leven de larven drie jaar onder water voordat ze uit hun huidjes sluipen. Uitsluipen doen ze vanaf eind mei tot en met juli. De huidjes blijven achter welke in oevervegetatie te vinden zijn. Kenners kunnen de libellen ook aan de hand van deze huidjes herkennen.