Zevenstippelig lieveheersbeestje (Coccinella septempunctata)

Zevenstippelig lieveheersbeestje

(Coccinella septempunctata)

Vliegtijd: mei - oktober

Het zevenstippelig lieveheersbeestje is een klein bolrond kevertje (5 tot 8 mm) met korte poten. Hij is goed herkenbaar aan het felrode schild, met daarop altijd zeven stippen (het aantal stippen zegt bij geen enkele soort iets over de leeftijd van het lieveheersbeestje). Een afbeelding van het zevenstippelig lieveheersbeestje wordt bijvoorbeeld ook gebruikt als symbool van protest tegen zinloos geweld.

Het zevenstippelig lieveheersbeestje is een echte rover. Ze eten bladluizen en kunnen er wel 100 op een dag opeten. Ook de larve van het lieveheersbeestje eet bladluizen. Vanaf het moment dat de larven uit het ei kruipen totdat ze zich verpoppen, eten ze er vele honderden. Daarom worden zevenstippelige lieveheersbeestjes ook wel als natuurlijke bestrijding ingezet tegen bladluizen.

Ze hebben vaak twee generaties in een jaar, één in mei en één aan het einde van de zomer. De eitjes worden gelegd in bladluiskolonies, zodat de larven dicht bij het voedsel zijn. Na gemiddeld vier weken zijn de larven volgroeid, in deze tijd zijn ze vier keer verveld en verpoppen ze zich. In de pop vindt de metamorfose (verandering) plaats en na een week kruipt er een vers lieveheersbeestje uit. Gemiddeld worden ze een jaar oud.

Het zevenstippelig lieverheersbeestje is in vrijwel heel het land te vinden. Het is de meest bekende van de bijna 60 verschillende soorten lieveheersbeestjes die in Nederland voorkomen.