© Elzenhaantje (Agelastica alni)

Elzenhaantje

(Agelastica alni)

Vliegtijd: april - juni

Het elzenhaantje is geen vogel, maar een klein kevertje. Als volwassen kever zijn ze niet langer dan 6 à 7 mm. Het lijken wel kleine, groenblauw glanzende, metalen bolletjes. De larven zijn glanzend zwart en hebben knobbeltjes over het hele lichaam. Zoals de naam al doet vermoeden, komt dit kevertje vooral voor op elzen hoewel hij af en toe ook voorkomt op populieren, berken, haagbeuken, wilgen en hazelaars. Zowel de larven als de volwassen kevers eten van de bladeren van deze bomen. Soms komen ze in zulke grote aantallen voor dat bomen helemaal kaalgevreten worden! Het is een beetje een treurig gezicht, een bos met bijna helemaal kaal gegeten zwarte elzen, maar een gezonde boom kan tegen een stootje en de kevers komen gelukkig niet elk jaar zo massaal voor. 

De vrouwtjes kunnen tot wel 900 eitjes leggen. De eitjes worden aan de onderkant van de bladeren van een boom gelegd. Als de larven na 1 - 2 weken uit het ei komen kunnen ze meteen beginnen met eten. De larven groeien snel en passen dan niet meer in hun huidje, ze moeten dus vervellen. Na enkele vervellingen kruipen ze 3 weken later weg tussen de bladresten op de grond om te verpoppen. Na ongeveer 10 dagen komen de volwassen kevers uit de pop. Dan overwinteren ze een jaar tussen de bladresten, zodat ze zich in het volgende voorjaar zelf kunnen voortplanten en de cyclus opnieuw te beginnen.

Het elzenhaantje komt door heel Nederland voor, maar ze hebben dus een sterke voorkeur voor plekken waar veel zwarte elzen te vinden zijn. Elzenbroekbossen en elzensingels langs slootranden zijn dus plekken waar je ze regelmatig kunt aantreffen.