©

Klein koolwitje

(Pieris rapae)

Vliegtijd: maart - november

Deze vlinder is net als het groot koolwitje helemaal wit met een zwarte stip op de vleugel. Ook bij het klein koolwitje is de punt van de voorvleugel zwart getekend, maar dit loopt slechts een klein stukje langs de vleugelrand naar beneden door, minder dus dan bij het groot koolwitje. Deze vlinder is gemiddeld van grootte, ongeveer 5,5 cm breed met gespreide vleugels.

Het klein koolwitje legt haar eitjes aan de onderkant van bijvoorbeeld kool, koolzaad en pinksterbloem. Deze eitjes zijn geel, wat langwerpig en puntig. Na 5 dagen komen de rupsen al uit het ei en leven dan ongeveer 17 dagen tot ze gaan verpoppen. De rupsen zijn groen en kort behaard, met langs de zijkant gele stipjes. In het voorjaar duurt het 11 dagen voor de vlinder uit de pop komt, maar rupsen die pas in het najaar verpoppen blijven de hele winter in de pop.

Het klein koolwitje komt in heel Nederland voor op veel verschillende plekken. Je kan ze vinden in tuinen, graslanden, bosranden en open bossen.