©

Klein geaderd witje

(Pieris napi)

Vliegtijd: april - november

Deze vlinder heeft witte vleugels met op de bovenkant twee zwarte of grijze stippen en een zwarte vleugelpunt. De onderkant van de vleugels is soms gelig. De aders van de vleugels zijn grijs tot zwart getekend. Deze vlinder is gemiddeld van grootte, namelijk 4,8 cm breed met opengesperde vleugels.

Het klein geaderd witje legt haar eitjes aan de onderkant van bladeren van look-zonder-look, pinksterbloem of waterkers. De eitjes zijn gele puntige speldenknopjes. Na 5 dagen komen de rupsen al uit het ei en leven dan 17 dagen tot ze gaan verpoppen. De rupsen zijn groen met langs de zijkant gele stippen. Over het hele lichaam staan korte witte haren. In het voorjaar duurt het 11 dagen voor de vlinder uit de pop komt, maar rupsen die pas in het najaar verpoppen blijven de hele winter in de pop.

Het klein geaderd witje komt in heel Nederland voor op heel verschillende plekken. Je kan de vlinders vinden in tuinen, struwelen, open bos en rond akkers.