©

Icarusblauwtje

(Polyommatus icarus)

Vliegtijd: april - oktober

Het mannetje en het vrouwtje kunnen sterk van elkaar verschillen in kleur. De onderkant van de vleugels is bruin tot licht blauw met een oranje baan langs de vleugelrand. De bovenkant van de vleugels is bij de mannetjes lichtblauw, maar bij de vrouwtjes kan deze bruin zijn, bruin met blauwe bestuiving of helemaal paarsblauw. Het vrouwtje kan ook op de bovenkant een oranje rand hebben. De vlinders zijn niet heel groot, namelijk 3,3 cm breed met de vleugels volledig gespreid.

Het icarusblauwtje legt haar eitjes op de onderkant van de bladeren van rolklaver. Het eitje ziet eruit als een wit speldenknopje. Na 6 dagen komen de rupsen al uit het ei. De rupsen zijn kort en dik. Ze zijn groen van kleur met een licht streep langs de zijkant en borstelige haartjes. Rupsen overwinteren verscholen in strooisellaag op de grond. In het voorjaar gaan de rupsen in de pop, waar ze in 12 dagen veranderen in een vlinder.

Het icarusblauwtje komt in heel Nederland voor in verschillende soorten graslanden.