Wilgen zijn struiken of bomen met smalle, langwerpige tot eironde bladeren. In Nederland komen wel meer dan 10 verschillende soorten voor. Sommige soorten blijven laag en struikachtig, andere kunnen heel hoog worden. Wilgen zijn als groep goed te herkennen, maar het onderscheid tussen soorten kan best lastig zijn.
Een van de wilgensoorten die in Nederland voorkomt is de grauwe wilg. De grauwe wilg is struikvormig. De bladeren zijn puntig, vaak met een gedraaide top. De bladeren zijn dof blauwgroen aan de bovenkant en grijs en viltig behaard aan de onderkant. De takken van de grauwe wilg hebben een korte viltige beharing. Dit is vooral goed zichtbaar bij de jonge takken.
Grauwe wilgen komen voor op vochtige plekken, zoals broekbossen, laagveen-gebieden en beekdalen. De soort is erg algemeen, wat ook te zien is op de verspreidingskaart. Deze wilgensoort komt iets minder voor in de noordelijke kleigebieden.