Krakeend

Mareca strepera

Broedperiode: mei - juni

Bij de krakeend zijn de verschillende tussen mannetjes en vrouwtjes duidelijk te zien. Het mannetje heeft donkergrijze veren op de rug en zijkanten, maar zwarte veren in zijn staart. Zijn kop is bruin en snavel donkergrijs. Zijn poten zijn oranjegeel van kleur. Het vrouwtje van de krakeend lijkt heel erg op het vrouwtje van de wilde eend. Het vrouwtje van de krakeend heeft duidelijk twee kleuren in haar snavel, waarvan de bovenkant zwart is en de zijkant oranje. Bij het vrouwtje van de wilde eend is de overgang van oranje naar zwart niet zo duidelijk. Ook heeft de krakeend een witte vlek op de vleugel. Bij de wilde eend is deze vlek paarsblauw. Vrouwtjes maken snaterende geluiden, zoals een wilde eend. Mannetjes maken hoge fiep-geluidjes met af en toe een kort gekwaak als ‘è’. 

De broedperiode bij de krakeend begint in mei. Het nest bouwen ze op de grond en is vaak goed verstopt tussen gras en bladeren. In een nest worden ongeveer 8 tot 12 eieren gelegd. Soms liggen er meer eieren in het nest, maar dit kan komen doordat een ander vrouwtje haar eieren erbij heeft gelegd. De eieren zijn bleekroze van kleur, soms grijsgroen. Het uitbroeden van de eieren duurt ongeveer 24 tot 26 dagen. Als de jongen uit het ei komen, verlaten ze direct het nest. Krakeenden eten vooral bladeren, stengels en zaden. Ook eten ze af en toe insecten en weekdieren, vooral in de wintermaanden.

De krakeend kwam vroeger niet zoveel voor in Nederland. Zo waren er in 1973-1977 tussen de 500 tot 800 broedparen, maar sindsdien is dit aantal flink gegroeid. In 2013-2015 waren er al tussen de 21.000 en 26.000 broedparen. Ze houden van open gebieden met zoetwater en genoeg ruige oevervegetatie. Je komt ze ook steeds vaker in stadsvijvers tegen. Klik maar eens op het kaartje om te zien waar de krakeend in Nederland voor het laatst is gezien.