©

Gewone oeverlibel

Orthetrum cancellatum

Vliegtijd: mei - augustus

Het mannetje van de gewone oeverlibel heeft een blauw achterlijf met een geel randje en een zwart puntje. Het vrouwtje heeft een geel achterlijf met een zwarte tekening. Het achterlijf wordt naar het einde toe iets smaller. De mannetjes vliegen snel heen en weer vlak boven het water, hierdoor lijken ze wel op een blauwe pijl. Als ze even uitrusten, kiezen ze vaak een kaal plekje op de oever.

©

De larven leven wel twee tot drie jaar onder water voordat ze gaan uitsluipen. De huidjes kan je vinden aan de stengels van de oeverplanten. Het uitsluipen gebeurt tussen mei en augustus, maar de meeste huidjes kan je vinden in juni. De huidjes zijn 2 tot 3 cm groot.

De gewone oeverlibel komt in heel Nederland voor, behalve langs de noordkust van Groningen en Friesland. Je kan deze soort vinden bij wat grotere, stilstaande wateren met kale plekken langs de oevers. Klik maar eens op het kaartje, dan kan je zien waar deze soort pas nog is ontdekt.